maandag 10 november 2008

Licht


Camera en de waard lopen door de Gasthuisstraat te Winterswijk (Gld.) en zij zien het Licht. Het wordt verhandeld en geadviseerd door HW.
“Wie is HW” peinst hij, terwijl de zon over zijn schouder meegluurt.
Het licht wordt hier geadviseerd in dienst te treden van de Handel, teneinde zijn curve omhoog te stuwen, ofschoon het eveneens zou kunnen werken voor de Wetenschap. Over het merk dat het licht verhandelt gaan de beginletters schuil van Henk Walvoort, die hier al zijn ervaringen met licht etaleert.
De waard denkt aan zijn clientèle die op zijn vrij genomen middag thuis voor het raam zitten kijken naar de boten die voorbijgaan over het kanaal. Hebben zij oog voor het licht dat over hun schouders meegluurt uit een heel licht bewolkte middag? Of zouden ze liever aan de tap zitten bij zijn café en zwetsen over alles wat het geval is, over de snelheid van het licht en die van de trage boten op het kanaal en hoe ze die overeen zouden kunnen laten komen: een vrachtboot die met bijna lichtsnelheid over de vaart raast.
Hij gaat weer verder in de uitgestorven straten van de plaats. W. De schaduw die hij werpt wordt langer, de tijd die hij doorbrengt in dit oord wordt alsmaar korter. De waard besluit iets in te gaan nemen bij een café. Café De Kerk schenkt een royale vieux, die de man uit Kleindochteren lekker opwarmt. Hij krijgt zowaar een goed humeur en hij leest in de De Stentor een uitdrukking die hij nog niet kende: HET HOKSENBARGSE KEARLTJEN HEF UM TE PAKKEN. Dat betekent dat het een lui mannetje uit Haaksbergen is (dat daar zit te zuipen).


Geen opmerkingen:

SIGMUND

                                                                                                                                            ...