vrijdag 10 september 2010

Café De Moespot


foto: Louis Radstaak

Gedreven door honger en belaagd door de regen belandde de Morsige Waard op zijn omzwervingen in café 'De Moespot' aan de weg over de Oude Zuiderzeedijk van Vollenhove naar Blokzijl. Behalve een 'Volledige Vergunning' (wat klinkt dat toch raar voor een café) is de eigenaar die zich bekend maakt als Reinier Belt ook in het bezit van een voetpomp, althans voor ANWB-leden. "Daar is weinig vraag naar", zegt de glazenwrijvende uitbater, "de mensen hebben tegenwoordig zulke goeie banden onder hun dure elektrisch ondersteunde fietsen, die gaan niet meer lek!". Hij vertelt dat de naam van het café voortkomt uit het het gerecht dat ooit als enige maaltijd was te verkrijgen en gekookt werd in een pot boven het haardvuur: de moespot. De maaltijd gaf zijn benaming aan het café en dat weer aan het gehucht met dezelfde naam. Diverse verenigingen uit de buurt hebben hun vaste ontmoetingsplek in 'De Moespot'. Zoals de 'Hengstenvereniging zonder Hengst', een vereniging van boeren die die gezamenlijk een hengst hadden gekocht om hun merries mee te dekken. Toen die noodzaak wegviel, werd de laatste hengst verkocht, het geld op een rekening gezet en de rente sindsdien jaarlijks in het café verteerd. De uitbater zwijgt even en kijkt uit het raam over het weidse landschap achter de dijk. Hij monstert de Morsige Waard en meent in diens houding iets bekends waar te nemen. Woont hij misschien ook aan het water? Is hij een collega? De Waard voelt dat hij getaxeerd wordt, maar hij zwijgt over zijn herkomst en reisdoel. Goethe achterna, daar zouden ze hier niks van begrijpen. Hoewel ze hier dol zijn op schaatsen en bestaat er niet een schilderij van de jonge dichter als 'Schlittschuläufer?"

dinsdag 7 september 2010

Silo uit Usselo


foto: Louis Radstaak

Kennelijk is er een internetcafé in Usselo (Overijssel) want hoe anders zou de literair 'angehauchte' waard van Café Radstaak de verweesd achtergebleven 'vaste jongens' dit bericht bezorgd kunnen hebben? Zij stellen zich grinnikend voor hoe Oma Duck haar knecht in onvervalst Twents " Gijs!, op de bene, Foel Aos!!" toegeroepen zal hebben.
Demets besluit zijn recensie van 'Onder de bladerkronen' van H.H. Ter Balkt als volgt:
"Voor ons, de googlende generatie, is het fascinerend en tegelijk vertrouwd om mee te maken hoe Ter Balkt ons van de ene naar de andere gedachte brengt, zelfs binnen één gedicht. Toen Ter Balkt voor het literaire tijdschrift Parmentier in 1998 zichzelf interviewde, antwoordde hij op de vraag ‘Wat is poëzie?’: “Alles wat je ziet, alles wat je vergeet en opslaat, in de silo’s aan de landwegen naar de hersens en het hart.”
Doordat Ter Balkt alles in zijn gedichten een plaats wil geven, worden we op een overvloed getrakteerd, die volgens mij te zeldzaam is in de poëzie in ons taalgebied.

SIGMUND

                                                                                                                                            ...